Als je Diabetes Mellitus hebt, dan weet je vast dat voeding een grote rol speelt in hoe je je voelt. Misschien heb je weleens ervaren dat je bloedsuikers ineens omhoogschieten na een maaltijd, of dat je juist een energiedip krijgt. Maar wat is nou écht de juiste manier om te eten bij diabetes? Moet je koolhydraten schrappen? Zijn suikervrije producten beter? En hoe zorg je ervoor dat je bloedsuikers zo stabiel mogelijk blijven?
In deze gids ga ik je stap voor stap uitleggen hoe voeding je bloedsuikers beïnvloedt en wat je kunt doen om je lichaam zo goed mogelijk te ondersteunen. Dit wordt geen droge, wetenschappelijke uitleg, maar een praktisch verhaal waar je direct iets mee kunt.
Dit staat er allemaal in!
Klik op een onderstaand hoofdstuk om direct naar dat gedeelte te gaan:
In het kort: jouw spijsvertering!
Om Diabetes Mellitus te begrijpen moet je vooral weten hoe koolhydraten worden verteerd. Als je namelijk voeding tot je neemt, ontstaan er een hoop acties in je lichaam. Zie maar wat er gebeurt als je een boterham met kaas bijvoorbeeld eet:
- Je neemt een hap van je boterham met kaas
- Vervolgens kauw je op het voedsel (vaak rond de 20 keer). Daarmee maak je het klaar voor de vervolgstappen.
- Je slikt het voedsel door en komt in je slokdarm terecht
- Als het voedsel in je maag terechtkomt, zal je spijsvertering het volledig afbreken
- Uiteindelijk neem je de belangrijkste stoffen op en eindigt de rest in het toilet
Wanneer je koolhydraten eet, zullen de voedingstoffen afgebroken worden tot glucose. Glucose is het suiker wat je in het bloed vindt of in voedingsmiddelen. Als je suikerrijke producten met veel glucose eet, wordt een voedingsmiddel ook snel opgenomen. Om het duidelijker te maken is het belangrijk om te weten waaruit koolhydraten bestaan!
Waaruit bestaan koolhydraten?

Koolhydraten vind je in veel voedingsmiddelen terug. Zo bestaan koolhydraten uit de volgende voedingsstoffen:
- Zetmeel
- Vezels
- Suiker
Zo is het belangrijk om te weten dat zetmeel en vezels de goede koolhydraten zijn. Suiker is niet slecht, maar je beperkt het veel meer dan zetmeel en vezels. Je moet zetmeel en vezels zien als een lange parelketting dat in je spijsvertering steeds kleiner wordt geknipt. Uiteindelijk blijft een parel over dat glucose, fructose of galactose kan zijn. Dat zijn chemische benamingen voor hele kleine voedingsstoffen die koolhydraten vormen. Een andere naam voor deze kleine voedingsstoffen is ‘monosachariden’. Hieronder vind je drie bekende vormen van koolhydraten:



Elk groen bolletje uit de afbeeldingen stelt een suikermolecuul voor. Suikermoleculen vormen dan een lange (parel)ketting, waardoor je polysachariden ontwikkelt (poly = veel). Onder polysachariden valt bijvoorbeeld zetmeel. Zetmeel moet kleiner gemaakt worden tot mono- en disachariden om opgenomen te worden in het bloed. Daar zorgen enzymen in je lichaam voor. Suiker in voedingsmiddelen is daarentegen dan al direct een mono- of disacharide. Deze mono- en disachariden zijn de voedingstoffen die door de dunne darm het makkelijkste worden opgenomen. Deze kleine voedingsstoffen worden dus via je dunne darm opgenomen in het bloed. Je ziet jouw bloedsuikerspiegel stijgen doordat er suiker in het bloed komt. De suiker in het bloed wordt vervolgens door het hormoon insuline weggehaald, wat aangemaakt wordt in je alvleesklier (Latijnse naam: pancreas). Dat is belangrijk voor je lichaam, omdat achterblijvend suiker in je bloed problemen veroorzaken in je lichaam! Helaas bestaan er aandoeningen die ervoor zorgen dat suiker niet goed wordt opgenomen uit het bloed: Diabetes Mellitus.
Wat is Diabetes Mellitus?
Diabetes is een aandoening waarbij je lichaam moeite heeft om bloedsuiker (glucose) goed te verwerken. Normaal zorgt het hormoon insuline ervoor dat glucose uit je bloed wordt opgenomen door je cellen, zodat je energie krijgt. Bij diabetes werkt dit proces niet goed, waardoor je bloedsuikerspiegel te hoog blijft.
Er zijn twee bekende types:
- Diabetes type 1 – Dit is een auto-immuunziekte waarbij het lichaam zelf geen insuline meer aanmaakt. Mensen met type 1 moeten insuline injecteren om hun bloedsuiker onder controle te houden.
- Diabetes type 2 – Bij deze vorm reageert je lichaam minder goed op insuline, waardoor suiker niet goed wordt opgenomen. Dit wordt ook wel insulineresistentie genoemd. Diabetes type 2 wordt vaak beïnvloed door leefstijl, voeding en erfelijkheid.
Beide types kunnen grote invloed hebben op je energie, gezondheid en dagelijks leven. Gelukkig kun je met de juiste voeding en leefstijl je bloedsuikers beter in balans houden. Laten wij eerst beginnen met beide types wat meer uit te werken:
Diabetes Mellitus type 1

Bron foto: St. Antoniusziekenhuis.nl
Bij diabetes type 1 valt je eigen immuunsysteem de insulineproducerende cellen in de alvleesklier aan. Dit proces kan maanden tot jaren duren en wordt vaak pas opgemerkt als er bijna geen insuline meer wordt aangemaakt. De oorzaak is niet volledig bekend, maar genetische aanleg en omgevingsfactoren spelen een rol.
De eerste symptomen zijn vaak duidelijk en ontstaan binnen korte tijd. Veelvoorkomende klachten zijn extreme dorst, frequent plassen, onverklaarbaar gewichtsverlies, vermoeidheid en een droge mond. In sommige gevallen kan een eerste diagnose gepaard gaan met een diabetische ketoacidose (verzuring bloed), een ernstige complicatie waarbij het lichaam vetten afbreekt voor energie en verzuring van het bloed optreedt. Dit kan leiden tot misselijkheid, braken, wazig zien en meer!
Mensen met diabetes type 1 moeten dagelijks insuline toedienen via injecties of een insulinepomp. De hoeveelheid insuline die nodig is, hangt af van voeding, beweging, stress en andere factoren. Het goed beheren van de bloedsuikerspiegel is belangrijk om complicaties op lange termijn, zoals schade aan bloedvaten, zenuwen en organen, te voorkomen!
In tegenstelling tot diabetes type 2 is diabetes type 1 niet direct gekoppeld aan leefstijl of voeding en kan het niet worden voorkomen. Onderzoek naar mogelijke behandelingen, zoals kunstmatige alvleesklieren en immuuntherapie, is in ontwikkeling, maar momenteel is insuline toediening de enige effectieve behandeling. Ik ben ervan overtuigd dat dit snel zal veranderen!
Diabetes Mellitus type 2

Bron foto: Diakonessenhuis.nl
Diabetes type 2 is een stofwisselingsziekte waarbij het lichaam minder gevoelig wordt voor insuline. Dit wordt insulineresistentie genoemd. De alvleesklier maakt nog wel insuline aan, maar de cellen reageren er minder goed op, waardoor glucose minder goed wordt opgenomen. Dit leidt tot verhoogde bloedsuikerspiegels.
In de beginfase probeert het lichaam dit op te lossen door meer insuline aan te maken. Na verloop van tijd kan de alvleesklier dit niet meer bijhouden, waardoor de bloedsuikers stijgen en klachten ontstaan. Veelvoorkomende symptomen zijn vermoeidheid, vaker moeten plassen, verhoogde dorst en wazig zicht. Omdat deze klachten geleidelijk ontstaan, wordt diabetes type 2 soms pas laat ontdekt.
De belangrijkste risicofactoren zijn overgewicht in combinatie met een ongezond voedingspatroon, ouderdom, weinig beweging en genetische aanleg. Vooral vet rondom de buik speelt een rol bij insulineresistentie. Niet iedereen met overgewicht krijgt diabetes type 2, maar het verhoogt de kans wel aanzienlijk.
De behandeling richt zich in eerste instantie op leefstijlaanpassingen. Een gezond eetpatroon, gewichtsverlies en meer beweging kunnen de insulinegevoeligheid verbeteren en de bloedsuikers verlagen. In sommige gevallen zijn medicijnen of insuline nodig als de bloedsuikerwaarden niet voldoende verbeteren met leefstijloplossingen.
Diabetes type 2 wordt vaak als een ’toenemende’ ziekte beschouwd, maar bij sommige mensen kan de bloedsuiker stabiliseren of verbeteren met de juiste leefstijl. Tijdige diagnose en aanpassingen in voeding en beweging kunnen complicaties op lange termijn helpen voorkomen.
Minder bekende vormen
Diabetes Mellitus type 1 en type 2 zijn erkend door medische instanties. Zo heb je ook meerdere onbekende vormen van diabetes. Hieronder staan een aantal voorbeelden:
- Diabetes Mellitus type 3
- Diabetes Mellitus MODY (Maturity-Onset Diabetes of the Young)
- LADA (Latent Autoimmune Diabetes in Adults)
- Zwangerschapsdiabetes
Diabetes Mellitus type 3
Dit verwijst naar diabetes die ontstaat door schade aan de alvleesklier, bijvoorbeeld door pancreatitis, alvleesklierkanker of een operatie waarbij een deel van de alvleesklier is verwijderd. Omdat de alvleesklier niet alleen insuline produceert, maar ook andere spijsverteringsenzymen, hebben mensen met type 3c diabetes vaak ook spijsverteringsproblemen.
In veel gevallen wordt dit type Diabetes Mellitus ook gekoppeld aan Alzheimer, zoals het Diabetes fonds hier beschrijft.
Diabetes Mellitus MODY
MODY is een erfelijke vorm van diabetes die vaak op jonge leeftijd begint (voor het 25e levensjaar). Het lijkt in sommige gevallen op type 1 en in andere gevallen op type 2, maar wordt veroorzaakt door een genetische mutatie. MODY wordt vaak verward met andere types en is minder bekend, maar vroegtijdige diagnose is belangrijk omdat de behandeling kan verschillen.
Diabetes Mellitus MODY
LADA is een vorm van Diabetes Mellitus die begint als type 2, maar zich later gedraagt als type 1. Het is een auto-immuunziekte die zich langzamer ontwikkelt dan klassieke type 1 diabetes. Mensen met LADA hebben in het begin vaak geen insuline nodig, maar uiteindelijk wordt hun alvleesklier steeds minder effectief in het aanmaken van insuline.
Diabetes Mellitus MODY
Dit is een tijdelijke vorm van diabetes die tijdens de zwangerschap optreedt. Door hormonale veranderingen kan de insulinegevoeligheid afnemen, waardoor de bloedsuikers stijgen. Ook vanwege de enorme toename in massa bij de buik door de zwangerschap. Na de bevalling verdwijnt de diabetes meestal, maar vrouwen die zwangerschapsdiabetes hebben gehad, hebben later een verhoogd risico op type 2 diabetes.
Hoe meet je een bloedsuikerwaarde?

Het meten van de bloedsuikerspiegel is belangrijk voor mensen met diabetes om schommelingen te herkennen en de behandeling goed af te stemmen. Er zijn verschillende methoden, afhankelijk van het moment van de dag en de situatie waarin gemeten wordt. Je meet om te bepalen of er mogelijk een hypoglykemie of hyperglykemie plaatsvindt. Zo is hypo(glykemie) een te lage bloedsuikerspiegel, terwijl hyper(glykemie) een te hoog bloedsuikerspiegel is. De metingen om dit te bepalen kunnen worden onderverdeeld in nuchtere en niet-nuchtere waarden.
Nuchtere bloedsuikerwaarde
Dit is de bloedsuikerwaarde die wordt gemeten na een vastenperiode van minimaal 8 uur, meestal in de ochtend voordat er gegeten of gedronken is. Hieronder zie je verschillende methodes om dit te meten:
Vingerprik met glucosemeter
- Dit is de meest gebruikte methode voor thuiscontrole.
- Een kleine druppel bloed wordt uit de vingertop gehaald en op een teststrip in de glucosemeter geplaatst.
- Binnen enkele seconden verschijnt de bloedsuikerwaarde.
- Een normale nuchtere waarde ligt bij gezonde mensen meestal tussen 4,0 en 5,6 mmol/L.
- Bij diabetes wordt een nuchtere bloedsuiker van 6,1 mmol/L of hoger als verhoogd beschouwd.
Laboratoriumbloedtest (venapunctie)
- Dit is een nauwkeurigere methode, waarbij bloed wordt afgenomen in een laboratorium.
- De test wordt vaak gebruikt voor diagnose of controle bij de huisarts.
- Deze test kan naast glucose ook andere waardes meten, zoals HbA1c (langetermijnsuiker).
Niet-nuchtere bloedsuikerwaarde
Dit is de bloedsuikerwaarde die wordt gemeten gedurende de dag, bijvoorbeeld na een maaltijd of bij klachten van een hypo(glykemie) of hyper(glykemie).
Vingerprik met glucosemeter
- Kan op elk moment van de dag worden uitgevoerd.
- Geeft een momentopname van de huidige bloedsuikerspiegel.
- Een normale niet-nuchtere waarde ligt bij gezonde mensen onder de 7,8 mmol/L twee uur na een maaltijd.
- Bij diabetes is een waarde boven de 11,1 mmol/L vaak een indicatie van een slechte regulatie.
Continue Glucose Monitoring (CGM)
- Een sensor wordt onder de huid geplaatst en meet continu de bloedsuiker.
- De waarden worden weergegeven op een gekoppeld apparaat of smartphone.
- Voordeel: Geeft inzicht in patronen en schommelingen.
- Wordt vaak gebruikt door mensen met diabetes type 1 of bij intensieve insulinebehandeling.
Flash Glucose Monitoring (FGM)
- Werkt met een sensor die om de paar minuten de bloedsuiker meet.
- Bijv. de Freestyle Libre, waarbij je met een scanner over de sensor strijkt om de waarde uit te lezen.
- Handig voor mensen die minder vaak willen prikken, maar geen continue meting nodig hebben.
Zijn er meetafwijkingen bij de methoden?
Zoals bij elke meetmethode ga je kijken naar betrouwbaarheid van de metingen. Zo kan een meting onbetrouwbaar blijken, omdat je de juiste protocollen niet hebt gevolgd. Zo moet je uitkijken als je een vingerprikmeting wil doen en je handen wast met alcohol. Dat heeft een directe invloed op de meting en maakt het onbetrouwbaar. Of dat viezigheid laat zitten op je handen heeft ook invloed. Daarom is het wassen met water en zeep voor 30 seconden voldoende volgens dit onderzoek. En dit onderzoek zegt ook dat wassen met zeep en water oké is. Of dat alcohol invloed heeft op de meting. Bij mensen met slechte doorbloeding is de afwijking van de vingerprikmeting ongeveer 10%. Verder is de vingerprikmeting in de praktijk betrouwbaar volgens dit onderzoek.
Nu ben je helemaal op de hoogte wat diabetes is en hoe je bloedsuikerwaarde wordt gemeten. Tijd om over te gaan naar voeding bij Diabetes Mellitus!
Aan de slag met de diëtist!
Voeding bij Diabetes Mellitus type 1
Mensen met diabetes type 1 moeten insuline toedienen, maar voeding speelt ook een grote rol in het reguleren van de bloedsuikerspiegel. Een gebalanceerd voedingspatroon helpt om schommelingen te verminderen en de insuline-instelling te verbeteren. Er is geen ‘one-size-fits-all’-dieet, maar er zijn wel algemene voedingsrichtlijnen die kunnen helpen om de bloedsuiker stabiel te houden. Let erop dat je vermijdt om voedingsmiddelen volledig te vermijden uit angst. Dat is nooit goed!
De timing van koolhydraten
Zoals je hebt gelezen bestaan koolhydraten uit meerdere soorten voedingsstoffen. Bij Diabetes Type 1 is het niet erg om koolhydraten te eten. Het ligt eraan wat je erna gaat doen. Wanneer je gaat sporten of bewegen worden de suikers uit het bloed gehaald voor je spieren. Daarom is het belangrijk om je koolhydraten te timen. Alleen het is ook belangrijk om te kijken naar welke wijze je insuline toedient. Zo is het met een injectie ook goed te beheersen, maar is een insulinepomp wel makkelijker voor sporters. Sommige insulinepompen geven eenheden weer, maar ook sommige in percentages. Zo betekenen percentages het volgende:
- 100% basaalstand = normale afgifte insuline
- meer dan 100% basaalstand = verhoogde afgifte van insuline (bij ziekte of insulineresistentie)
- Minder dan 100% basaalstand = verminderde afgifte van insuline (meestal bij sport of insulinegevoeligheid)
Heb je bijvoorbeeld je insulinepomp staan op 50% basaalstand? Dan is het prima om daarmee te sporten, omdat je lichaam bloedsuiker haalt uit je bloed om de spieren energie te geven. De instellingen zijn per persoon anders, omdat veel verschillende redenen zijn om je pomp anders in te stellen. Denk aan een hele intensieve sport, waarbij je misschien zelfs de pomp op 20% van je basaalstand zet.
Naast de instelling van je insulinepomp zijn koolhydraten belangrijk voor voldoende energie in je lichaam. Dat wil niet zeggen dat koolhydraatarm eten onmogelijk is met Diabetes Mellitus type 1. In sommige gevallen stabiliseert het zelfs meer je bloedsuikerspiegel. Eet je koolhydraten? Dan kun je verschillend timen:
- Voor het sporten (2 uur) eet 30 – 60 gram koolhydraten, vooral zetmeel en vezels. Denk aan volkoren brood, roggebrood, havermout, muesli, enzovoorts
- Tijdens lange sportsessies is het mogelijk om (isotone) sportdrank te drinken. Denk aan marathons of lange fietstochten. Een lange sportsessie helpt bij het verwijderen van suiker uit je bloed. Verder is bij recreatieve sportsessies water aan te raden. Let op: gebruik bijvoorbeeld 3-6 dextro’s als je metingen aangeven dat je in een hypo dreigt te gaan! Gebruik deze methode alleen in nood.
- Na het sporten zal mogelijk je pomp aangeven dat je laag zit in je bloedsuiker. Je bloedsuiker kan ook te laag worden, waardoor het gevaarlijk wordt. Dat is de reden waarom je gaat eten, waaronder ook koolhydraten. Let op dat je niet je basaalstand direct terugzet op de normale stand (100%)! Sporten kan leiden tot ‘delayed onset hypoglycemia‘ wat uren na een sportsessie kan gebeuren! Dit betekent dat je de kans hebt dat je bloedsuiker nog steeds verlaagd wordt. Advies: kijk 30-60 minuten na je maaltijd of je bloedsuikerspiegel zich goed herstelt. Dan kun je de basaalstand terugzetten op de normale stand. De maaltijd mag bestaan uit 30 – 60 gram koolhydraten, eiwitten en wat vet.
Voedingsmiddelen voor koolhydraten:
- Volkoren granen (volkoren brood, volkoren wraps, volkoren crackers, energierepen, havermout, muesli)
- Even apart benoemd: Zilvervliesrijst, volkoren pasta, aardappelen/zoete aardappel
- Fruit
- Rogge (roggebrood, roggemeel)
- Peulvruchten
Hieronder worden nog wat extra adviezen gegeven over voedingsstoffen en wat ze toevoegen aan het beheer van je bloedsuikerspiegel!
De vertrager: vezels
Vezels zorgen ervoor dat koolhydraten langzamer worden opgenomen, wat helpt om pieken in je bloedsuikerspiegel te voorkomen. Groenten, volkoren granen, fruit met schil en peulvruchten zijn goede bronnen. Een vezelrijk dieet kan ook de darmgezondheid verbeteren, wat indirect bijdraagt aan een betere beheer van je bloedsuikerspiegel!
Wil je meer onderzoek zien die dat bevestigt? Hier vind je een grootschalig onderzoek dat aangeeft dat vezels belangrijk zijn in het beheren van je bloedsuikerspiegel.
Voedingsmiddelen:
- Groenten
- Fruit
- Volkoren granen (havermout, muesli, volkoren brood)
- Apart benoemd: Haverzemelen
- Rogge (roggebrood, roggemeel)
- Peulvruchten (ook pinda’s)
- Noten, zaden
- Bonen
- Of vaak toegevoegd op advies: Psyllium zaadvezels
Suikers en zoetstoffen
Het is goed om suiker te beperken in een voedingspatroon. Een probleem is dat suiker nu wordt gezien als boosdoener voor Diabetes Mellitus. Dat is onterecht en vooral bij diabetes type 1. Je beperkt suiker om pieken in je bloedsuikerspiegel te vermijden. Daar kunnen zoetstoffen goed voor werken, zoals aspartaam. Wil je meer diepgaande wetenschap zien achter dat zoetstoffen jouw bloedsuikerspiegel niet verhogen? Hier beschrijft een grootschalig onderzoek het effect van zoetstoffen op de bloedsuikerspiegel.
De maximale veilige dosis van aspartaam is 40 mg per kilogram lichaamsgewicht. Dat is met 80 kg lichaamsgewicht 3200 mg aan aspartaam. Een blikje cola light van 33 cl bevat 48 mg aspartaam. Of te wel: 22 liter cola light!
Voedingsmiddelen met zoetstoffen (met mate!):
- Light frisdrank. suikervrije energiedranken en 0% suiker siroop
- Suikervrije kauwgum/snoep
- Koffie/thee met zoetstof
- Zuivel met zoetstof (proteïne toetjes vaak)
- Eigen gemaakt caloriearm gebak
- Proteïnerepen
- Eiwitshakes
Eiwitten en vetten voor stabiliteit
Zodra je over Diabetes Mellitus begint, zijn koolhydraten het meest besproken. Wat vaak niet wordt genoemd is dat eiwitten en vetten een rol spelen in de vertering van koolhydraten. Eiwitten en vetten vertragen de opname van koolhydraten, terwijl koolhydraten ook weer eiwitten beschermen in de spijsvertering. Daarbij kunnen eiwitten en vetten helpen met het vullen!
Voedingsmiddelen met eiwitten:
- (Mager) zuivel (magere kwark, proteïne toetjes, kaas, hüttenkäse, magere melk)
- Eieren (gebakken en/of gekookt)
- Vlees (rund met minimaal vet)
- Vis (alle vormen zijn oké, maar zalm en kabeljauw goed voor de vetten)
- Kip (kipdijfilet, kipfilet en gematigd: kip met vel)
- Vleesvervangers (Valess, Beyond Meat, huismerken – kijk uit met zoutrijke vleesvervangers!)
- Peulvruchten (sojabonen, kikkerwten) / bonen
Voedingsmiddelen met vetten:
- Oliën (olijfolie mild of koude gerechten: extra viergine)
- Noten / zaden (lijnzaad, walnoten, pistachenoten, amandelen, chiazaad)
- Vette vis (zalm, kabeljauw, haring)
- Kaas (20 – 48+ kaas, waarbij 20+ kaas minder vet bevat)
- Zuivel (slagroom, crème fraiche, volle kwark/melk,
- Boter (vloeibare boter is aan te raden! Roomboter kan, maar liever zeer gematigd)
- Avocado (gematigd dit product eten, aangezien het calorierijk kan zijn)
Wil je juist aan gewichtsverlies werken? Kies dan voor minder vet in je eetpatroon of tot het minimum van 20% van je totale kilocalorieën van de dag. Of lees mijn andere kleine gastblog van Body2Coach over onmisbare tips voor het afvallen!
Alcohol en jouw bloedsuikerspiegel
Alcohol kan de bloedsuiker beïnvloeden, vooral in combinatie met insuline. Het kan een late hypo(glykemie) veroorzaken, omdat het de glucoseproductie in de lever vertraagt. Het is belangrijk om bij alcoholgebruik ook iets te eten om schommelingen te beperken.
Drink je alcohol op een lege maag? Dan kun je sneller een hypo(glykemie) krijgen!
Een persoonlijk voedingsplan, afgestemd op het insulineschema en de leefstijl, helpt om grip te houden op de bloedsuikerwaarden. Een diëtist kan helpen om de juiste balans te vinden tussen voeding en insulinegebruik.
Voeding bij Diabetes Mellitus type 2
Je voeding bij Diabetes Mellitus type 2 lijkt veel anders te zijn, maar dat is niet echt nodig. Het verschil met type 1 is dat je met type 2 wel nog insuline deels aanmaakt. Bij type 2 is het belangrijk om te kijken waar de oorzaak ligt. Is het ouderdom? Dan is het slim om koolhydraten wat te beperken. Merk je dat een te grote buikomtrek ervoor zorgt dat je Diabetes Mellitus type 2 hebt gekregen? Dan is afvallen een belangrijk advies, maar ook resultaten die je kunt volhouden.
Koolhydraten zijn geen vijand
Koolhydraten zijn erg belangrijk voor vezels, vitaminen en mineralen. Daarom is het goed om wel koolhydraten toe te voegen aan je eetpatroon. Wist je dat koolhydraten ervoor zorgen dat je meer gevuld raakt? Een misvatting is dat koolhydraten je laten aankomen, maar dat is niet waar. Het enige wat wel waar is, is dat je vocht vasthoudt door meer koolhydraten. Deze stijging in vocht is slechts eenmalig, tenzij je elke dag je koolhydraten verhoogt.
Kies vooral koolhydraatbronnen van zetmeel en vezels, omdat dit de opname van suikers vertraagt. Dan worden je pieken in je bloedsuikerspiegel vertraagt. Je kunt dezelfde voedingmiddelen kiezen als bij Diabetes Mellitus type 1. Hieronder nogmaals beschreven:
Voedingsmiddelen voor koolhydraten:
- Volkoren granen (volkoren brood, volkoren wraps, volkoren crackers, energierepen, havermout, muesli)
- Even apart benoemd: Zilvervliesrijst, volkoren pasta, aardappelen/zoete aardappel
- Fruit
- Rogge (roggebrood, roggemeel)
- Peulvruchten
Vergeet daarbij niet de vezelrijke bronnen wat hoofdstuk vier heeft beschreven!
Suikers en zoetstoffen
Ook hier geldt het advies om suiker te vervangen voor producten voor minder suiker en/of zoetstof. Zo houd je de pieken in je bloedsuikerspiegel stabiel. Vooral opletten met suikerrijke dranken, zoals: reguliere frisdrank, energiedrank of (geperste) sap. Kies liever altijd voor vast voedsel in plaats van sap en liefst zoveel mogelijk water, afwisselend met koffie/thee. Daarbij kan gematigd light frisdrank een optie zijn. Zoetstof verhoogt in veel gevallen niet je bloedsuikerspiegel.
Een handige tip!
Bij eiwitten en vetten blijven dezelfde adviezen gelden als Diabetes Mellitus type 1. De eiwitten op 1 gram per kilogram lichaamsgewicht per dag is prima om aan te houden. Doe je meer aan krachttraining, eet dan 1,5 – 1,8 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag. Kies je toch liever voor wielrennen, hardlopen of spelsporten? Dan is vaak 1,3 – 1,5 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht voldoende.
Je neemt de eiwitten om goed te herstellen, maar ook helpt het je caloriegebruik met 75 – 150 kilocalorieën per dag te verhogen. Dit doen koolhydraten overigens ook, maar in mindere mate. Zelfs zie je in dit onderzoek dat een dieet met minder koolhydraten ook veel energiegebruik (in kilocalorieën) heeft.
Dus een koolhydraatbeperkt/-arm dieet kan werken, maar ook een vetbeperkt dieet met zetmeel en vezels. Kies wat jouw voorkeur heeft en met de juiste begeleiding weet je 100% zeker dat je de juiste weg opgaat.